Maandag opende de school gelukkig haar deuren weer. De laatste keer dat we erheen liepen was het nog winter en waren de bomen kaal, nu was de weg naar school veranderd in een groene oase. Overal zag ik blije gezichten en het was lastig te bepalen wie er meer straalden: de kinderen of hun ouders. Even leek het of het gewone leven weer begonnen was, tot de rood-witte linten en pionnen op het schoolplein op het tegendeel wezen.

Teruglopend naar huis dacht ik aan het onderwijs gedurende de periode die achter ons lag.

De oudste die zich iedere ochtend op haar kamer achter de laptop installeerde voor de lessen die stipt om 9 uur begonnen en de hele ochtend duurden. Complimenten voor de school die snel schakelde om online onderwijs te kunnen aanbieden, waardoor er na die eerste rommelige week weer wat structuur ontstond èn er zo dagelijks intensief contact was met de juf en klasgenootjes.

De jongste twee die het zonder online kleuterklas moesten stellen en dus beziggehouden dienden te worden. Zeker in het begin was het een zoektocht naar het vinden van balans tussen het geven van aandacht aan hen en het gedaan krijgen van mijn eigen werk. En dat ging niet altijd soepel. Zo ook op die ochtend toen de tweeling aan de eettafel ijverig een werkboekje aan het maken was en ik even snel de stofzuiger door de woonkamer haalde, ondertussen nadenkend over de emails die ik nog moest beantwoorden en de rest van mijn to-do list. Niet heel efficiënt, want tussendoor werd ik herhaaldelijk geroepen om iets uit te leggen of voor te doen. Daarna konden ze dan weer verder, althans, voor een paar minuten. Zuchtend zette ik voor de tigste keer de stofzuiger uit, toen mijn zoontje mij geërgerd aankeek met de opmerking: ‘de èchte juffrouw stofzuigt nooit tijdens de les.’  Het was even stil, ik zag hem broeden op iets om zijn woorden kracht bij te zetten: ‘je bent een nepjuf!’

Dat had effect. Ik zag in dat mijn poging tot multitasken absoluut niet werkte en schoof erbij aan tafel. Na afloop van de ‘les’ gingen ze buiten spelen en ben ik gaan nadenken over oplossingen. Na wat ‘research’ voor inspiratie maakte ik een gedetailleerd weekschema, waarop activiteiten met en zonder begeleiding elkaar afwisselden. Gouden tip van een andere ouder: de app luisterbieb, gratis te downloaden als je lid bent van de bibliotheek. Ademloos (en schermloos!) hebben ze geluisterd naar de meest fantastische verhalen en dit gaf mij wat ruimte om meters te maken.

Aan het eind van die eerste – weliswaar halve – schooldag kwamen ze heel enthousiast naar buiten, de twee jongsten zwaaiend met een zelfgeknutseld boekje waar ze met koeienletters ‘KRONA’ opgeschreven hadden. Ook hadden ze champagne gedronken met de klas, ‘geen neppe, hoor!’ ’s Avonds bladerde ik door de tekeningen in het Krona-boekje, ik zag zieke poppetjes waar ‘erg he’ bij stond en een mooie weergave van de anderhalve meter regel door de ogen van een zesjarige. De corona-tijd in vogelvlucht, het deed me wel wat. En wat goed dat er op deze manier ruimte werd geboden om stil te staan bij de ook voor kleuters vreemde periode waar we helaas nog middenin zitten.

Ik ben heel blij dat ik het stokje qua onderwijs weer heb kunnen overdragen aan de echte juffen. Aan mij is er geen verloren gegaan, dat heb ik wel gemerkt de afgelopen tijd en daar ben ik ook fijntjes op gewezen door mijn kroost. ’s Avonds toen ze in bed lagen, bedacht ik me dat dat glaasje champagne best een goed idee was. Duikend in de koelkast zag ik alleen een fles Cava koud liggen. Ook prima.

Nepchampagne voor een nepjuf … proost!